Vandaag is het Internationale Vrouwendag. De afgelopen dagen wordt er in de media veel aandacht gegeven aan de emancipatiemonitor. Dit is een rapport met daarin de meest recente gegevens over thema’s die te maken hebben met vrouwenemancipatie.
Uit dit rapport blijkt dat in gezinnen het anderhalf verdienmodel nog steeds het vaakst voorkomt. Zo wordt de situatie genoemd waarbij er in een gezin één van de partners fulltime werkt (nog steeds vaak de man) en de andere partner parttime (vaak de vrouw).
Er is ook onderzocht hoe mensen de verdeling van zorg zouden willen zien. Opvallend is dat meer dan de helft van de ouders met kinderen jonger dan 18 jaar de zorg het liefst gelijk zouden willen verdelen. Maar dit is dus niet hoe het in de praktijk gaat. Van de ouders die een gelijke verdeling van zorg zouden willen, heeft maar 1 op de 4 dit ook daadwerkelijk zo geregeld.
In verband met de Internationale Vrouwendag wordt er op dit moment veel nadruk gelegd op het feit dat één derde van alle vrouwen niet economisch zelfstandig is. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn. Maar als je weet dat 4 van de 10 huwelijken in een scheiding eindigt, en ongehuwd samenwonende nog vaker uit elkaar gaan, dan is het wel iets om over na te denken.
Ik lees ook dat vaders blijkbaar een grotere rol willen spelen in de zorgtaken voor hun kinderen dan nu het geval is. Hier hoor ik niets over in de media. Misschien omdat dit niet relevant is op deze Vrouwendag. Toch is ook dit een belangrijk punt om over na te denken.
Waar tijdens de relatie de rolverdeling vanzelfsprekend was, wordt dit in het licht van de scheiding ineens anders gezien. “Ik verdiende het geld dus heb nu ook “recht” op meer, “Jij kon lekker thuisblijven bij de kinderen, dat had ik ook wel gewild”.
Als je in een relatie zit en het beide eens bent met de rolverdeling is dat natuurlijk prima. Maar vaak merk ik dat mensen helemaal niet zo bewust gekozen hebben voor een bepaalde rolverdeling. Het liep gewoon zo, het hoort toch zo? En dat zij al helemaal niet hebben nagedacht over de gevolgen van deze rolverdeling voor de toekomst.
Ik wil hier niet pleiten dat de rolverdeling anders zou moeten, dat moet ieder voor zich weten. Wél denk ik dat partners daarover in gesprek zouden moeten gaan en daarin bewuste keuzes moeten maken, mét oog voor de gevolgen van die keuze. Daarmee voorkom je spijt achteraf.